Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Hugo De Paepe  

jumenas & C°

Hugo De Paepe

In het gezegende jaar 1976 ben ik ‘geëmigreerd’ naar Zele. Eén van mijn prilste herinneringen aan mijn nieuwe heimat was de fameuze sacramentsprocessie ergens begin juni. Ik was helemaal niet vertrouwd met deze katholieke folklore en had zulke stoet nog nooit mogen aanschouwen. Een groep die zeker opviel tussen al die heiligen en de monstrans waren de turners. Een brok jeugd, vlug en vroom, geheel in ’t wit die marcheerde zoals ze dat nu niet meer kunnen. Naast deze witte massa liep er een streng ogende man die heel de tijd het ritme aangaf met ‘inks, inks, inks’. Die man was Hugo De Paepe zou ik later vernemen.
Hugo is jarenlang het boegbeeld geweest van de Zeelse turnwereld en dus een ideale Mens van bij Ons met een verhaal. Hugo heeft niet alleen zijn strepen verdiend in het turnen, hij heeft in zijn leven nog heel wat andere katten gegeseld. Kortom een kleine duizendpoot.

Hugo woont samen met zijn vrouw Edith De Waele in de Eikenlaan.
Op een winterse middag ben ik er verwacht en bij koffie en koekjes doet hij zijn verhaal.

Hugo 1 jaar samen met vader in uniform, moeder en oudste zus Maria

Hugo samen met zijn ouders en zijn oudste zus Maria. Ergens in het voorjaar van 1940.

 

Roots
Hugo is geboren op 24 februari 1939 in de Roskotstraat. Zijn vader was Petrus De Paepe, een zoon van Gustaaf, de uitbater van de cinema in ’t Klusterke. Zijn grootvader was tevens metser-aannemer en het lag voor de hand dat Petrus in zijn voetsporen trad. Eerst werkte hij bij de firma De Block en later bij Charel Brauwers. Zijn moeder was Alida De Gucht en die was huisvrouw. Het gezin werd gezegend met vier kinderen: Maria (1932), Hugo (1939), Anne Marie (1947) en Marie Claire (1948). Ze woonden eerst in de Roskotstraat en later verhuisden ze naar de Kamershoekwegel (nu Plezantstraat).

School
Hugo zijn schoolcarrière is zoals voor vele Zelenaars begonnen op ’t dorp in de Aangenomen Bewaarschool. En het was oorlog. Hij herinnert zich nog goed de lepels levertraan die ze moesten slikken om aan te sterken. Iedere dag zorgde de ravitaillering voor soep en een boterham. In de gang moesten ze aanschuiven met hun kroeske in de hand. Op zijn zesde ging hij naar ’t Kapellestraatje. Zijn meesters uit die tijd kent hij nog goed: Petrus Van Kerckhove en Aloïs De Wilde in het eerste studiejaar en verder Hector Van Durpel (’t Cowboyke), Laurent De Mets (de Kurle), Maurits Poppe, Jan Van Driessche en Paul Jacobs. De zevende klas heeft hij niet gedaan, wel de achtste bij Remi Heirwegh. De koer was in die jaren één grote zandbank en werkelijk een paradijs om te voetballen én te knikkeren.

 

Hugo bij zijn plechtige communie

Hugo bij zijn plechtige communie in 1950.

Het was iedere speeltijd crossen om een goed plaatsje te hebben voor hun ‘karrekrekel’, een knikkerbaan met een bruggetje. Liefst lag die baan een eindje van de wc en soms gebeurde het dat snoodaards het knikkerparadijs met de grond gelijkmaakten wat dan meestal ontaardde in een stevige vechtpartij. Het was nu eenmaal een jongensschool.

Na de lagere school mocht Hugo naar de technische school in Aalst. Dat betekende iedere morgen om halfzeven vertrekken met de trein.

 
De treinen van toen waren niet deze van nu. Houten wagons waar je de deur langs buiten moest openen. Rond half acht arriveerden ze dan in Aalst en dan was het nog een dik halfuur stappen want de school lag buiten de stad. Hugo behaalde er zijn A2 elektro-mechanica. Op zijn achttiende vond zijn vader dat het welletjes was en in afwachting van zijn legerdienst kon hij bij Sporta De Waele aan de slag. Toen hij 23 was, heeft hij een tweejarige opleiding gevolgd voor leraar elektro-mechanica maar dat diploma heeft hij nooit verzilverd.

Hugo als leider van de Chiro

Hugo als Chiroleider in 1958.

 
Jeugd
Hugo heeft zijn jeugd gesleten in de Roskotstraat en als ik hem mag geloven was dat meer dan een levendige buurt. De Zwaanstraat, de Tuitenstraat, de Veldekensstraat en de Roskotstraat floreerden in die jaren: zomaar eventjes acht cafés waren er naast een heleboel kleine winkeltjes. Ieder jaar was er een fameuze braderij met een heuse stoet op dinsdag. Hugo herinnert zich nog levendig dat elke café een kinderkoppel moest leveren en hij heeft ooit in de stoet geparadeerd met de dochter van de Roste Marie.
‘De meers’ in de Roskotstraat was het sportplein-avant-la-lettre waar legendarische voetbalmatchen gespeeld werden of gekaatst. Soms veranderde de meers in een heus front met loopgraven en al waar de bende van de Roskotstraat een bitsige strijd voerde tegen die van de Langestraat. Met helmen op hun kop en gewapend met spruitstekken werd daar het pleit beslecht.
Hugo heeft ook mooie herinneringen aan het VP. Eerst als klein manneke en later als leider. Vanuit het VP kwam hij later ook bij de Chiro terecht waar hij leider, groepsleider en gewestleider werd. Hij houdt heel mooie souvenirs over aan de vele bivakken zowel met het VP als met de Chiro. Eén anekdote uit die tijd zal hem altijd bijblijven. Gustaaf Vehent, alias Dikke Staaf, was een seminarist die zich verdienstelijk maakte op het VP. Ieder jaar gingen ze ook eens zwemmen naar Durmen. Staaf was een stevig uit de kluiten gewassen man en zijn zus had hem een zwemkostuum gebreid, een met gele en bruine strepen. Toen de brave man uit het zwembad kwam, hing zijn spriet op zijn knoesels.

KRO
Toen Hugo zijn drie dagen deed in ’t Klein Kasteelke tekende hij voor KRO (kandidaat reserve officier). In de kazerne Saint-Jean in Doornik kreeg hij zijn opleiding: Ordnance, Ravitaillering & Transport en onderhoud TTR-materieel. Acht maanden duurde die opleiding en daarna koos Hugo voor Duitsland. Hij kwam terecht in de kazerne van Propsteierwald in Stolberg en later ook nog in Lüdenscheid. Daar was hij dienstoverste van het magazijn dat onderdelen leverde aan alle kazernes in Duitsland. Toen Hugo bij het leger ging, duurde de diensttijd 18 maanden. Tijdens zijn legerdienst werd de dienstplicht met drie maanden ingekort met als gevolg dat er plots een tekort aan manschappen was. Ze vroegen hem om een jaar bij te tekenen en dat heeft hij ook gedaan zodat hij in totaal 27 maanden bij den troep was. In juni 1960 is hij afgezwaaid als luitenant, maar hij is altijd reservist gebleven en opgeklommen tot de graad van reserve kapitein.

Werk
Na zijn legerdienst was het omwille van de economische crisis niet zo makkelijk om werk te vinden. Eerst heeft Hugo enkele maanden bij Sporta De Waele gewerkt. Daarna ging hij voor korte tijd aan de slag bij Fibresco, een firma die in een oud gebouw van Phormium speedboten in pvc fabriceerde. Maar lang heeft dat liedje niet geduurd want de firma ging over kop en Hugo moest noodgedwongen uitkijken naar ander werk. Dat vond hij in juni 1961 bij Viewmaster in Sint-Niklaas. Viewmaster was erg populair in die tijd en er werkten meer dan 200 mensen. Later is dat bedrijf overgenomen door General Anilin and Film Corporation (GAF) en daar draaide alles rond dia’s, filmen, projectoren… kortom alles wat met fotografie te maken had. Ook dat bedrijf werd verkocht aan Tyco en die maakten dan speelgoedauto’s op afstandbediening, racebanen, treinen e.d. In 1996 werd ook dat bedrijf verkocht en door interne reorganisatie mocht Hugo, die op dat moment een kaderfunctie had, met brugpensioen. Dat was een beetje een donderslag bij heldere hemel voor hem, maar het was onherroepelijk en dus geniet Hugo al 19 jaar van zijn pensioen.

  Hugo in uniform
Hugo en Edith tijdens hun verloving  
Verliefd-verloofd-getrouwd
Zowel Hugo als zijn vrouw Edith zijn rasechte Kloddezakken en in vogelvlucht woonden ze in hun jeugd maar een paar honderd meter van elkaar. Toch kenden ze elkaar niet. Toen hij in Stolberg gekazerneerd was, maakte hij kennis met een Zelenaar, Theo Mertens, die in Stolberg woonde. En die was familie van de vader van Edith. Omdat Hugo in de weekends niet naar huis kon, ging hij er geregeld op bezoek en op een goede zondag waren Edith en haar ouders op bezoek. Van het een kwam het ander en in Zele ontmoetten ze elkaar terug bij de Chiro. Toch heeft het vier jaar aangelopen voor ze trouwden in januari 1965. Hugo bekent dat hij na zijn legerdienst moeite had om het Edith te vragen, gewoon omdat hij geen werk had en dus ook geen zekerheid.
Voor ze trouwden, konden ze een huis kopen in de tuinwijk, die toen volop in opbouw was. Eikenlaan 7 is dus al meer dan vijftig jaar hun thuis. Het huwelijk werd gezegend met drie kinderen: Filip (1965), Hilde (1967) en Carolien (1970). Deze zorgden op hun beurt voor negen kleinkinderen: 7 jongens en 2 meisjes. In januari 2015 vierden ze samen met familie en vrienden hun gouden huwelijksjubileum.

Hugo en Edith met hun kinderen en kleinkinderen

Piramide van turners  

Vlug & Vroom
Hugo was pas 5 jaar toen Baziel Robberecht hem meenam naar de turners. Koninklijke Katholieke Sint-Xaverius Jongensturngilde 'Vlug en Vroom' Zele zo heette dat in die jaren. Hugo kon toen nog niet vermoeden dat turnen de rode draad zou worden in zijn leven.

In die tijd hadden de turners hun vaste stek in ’t Kapellestraatje. Het was een vrij kleine turnzaal en in vergelijking met het materiaal waarover ze nu beschikken, was het toen echt de prehistorie. Een paar sportramen, een bok, een houten springplank, ringen en wat rolmatten… veel meer was er niet in die jaren, herinnert Hugo zich. Maar de turnmicrobe had Hugo te pakken.

Na zijn legerdienst kreeg Hugo de vraag van de turngilde in Kalken om daar trainer te worden. Voor hem een uitdaging waar hij graag op inging. Tot 1969 heeft hij daar de Kalkense jeugd getraind. In 1965 had ‘Vlug & Vroom’ een tekort aan trainers en vroegen ze hem of hij ook in Zele trainer wilde worden. Hij gaf zijn ja-woord en vijftig jaar later is hij het nog. Van 1970 tot 1990 was hij ook actief als trainer van de keurturnsters van de meisjesturngilde Sint-Lutgardis. Als trainer belandde Hugo vrij snel in het bestuur en onder voorzitter Jozef Arens fungeerde hij lange tijd als ondervoorzitter tot hij in 1984 het roer overnam.

In 1985 verhuisde Vlug en Vroom naar de turnzaal van de toen spiksplinternieuwe gemeenteschool. Hugo steekt het niet onder stoelen of banken dat dit een erg goede beslissing was ook al kreeg hij veel tegenwind van erevoorzitter Arens die meer zweerde bij de traditie. Door die verhuis waren er tal van nieuwe kansen om het turnen meer schwung te geven en nieuwe horizonten te verkennen.


Turnen heeft doorheen de jaren een grote evolutie gekend. In de beginjaren waren er bondsoefeningen, waarbij je zo goed mogelijk moest uitvoeren wat er beschreven stond, en vrije oefeningen. Die vrije oefeningen moesten we zelf samenstellen en ook de muziek ervoor kiezen, vertelt Hugo. Dat was niet altijd even simpel, maar we hebben er altijd veel plezier aan beleefd.

Ieder jaar is er ook een turngala waarop de leden kunnen tonen wat ze in hun mars hebben. Die gala’s vonden plaats op verschillende locaties: Pius X-college, De Kroon, VHVD en de gemeenteschool. De laatste jaren geven ze telkens twee voorstellingen wegens plaatsgebrek. Zo’n turnfeest brengt natuurlijk de nodige spanning mee, zegt Hugo, maar als het goed geweest is, krijg je zoveel voldoening en waardering.
Als je even naar de website surft, ontdek je dat turnen in Zele een zeven op zeven is. Iedere dag van de week wordt er getraind. Meer dan 10 groepen zijn er actief: peuters, kleuters, 6-8 jaar, 9-12 jaar, 13-25 jaar, conditiegymnastiek, artistieke gymnastiek, trampoline, tumbling, BBB, Baristi… Dat vraagt een hele organisatie, zegt Hugo, en natuurlijk ook de nodige trainers. Trainers bij XL Gym Zele zijn verplicht cursussen te volgen, maar worden ook betaald voor hun werk. Je wordt er niet rijk van, maar het helpt een beetje om mensen te motiveren om zich in te zetten. Momenteel zijn er zo’n 26 trainers die zich ten volle engageren.
Hugo traint al meer dan vijftig jaar. Wat is een goede trainer?, vraag ik hem op de man af. In de eerste plaats vind ik discipline erg belangrijk, verder moet je serieus wat kennis hebben van de materialen en de opbouw zodat je turners goed kan begeleiden, maar tevens moet je weten waar juryleden punten opgeven, want dat is erg belangrijk bij wedstrijden. En last but not least moet je goed kunnen omgaan met je pupillen. Sommigen van mijn oud-turners zeggen me soms; ‘Je was een tweede vader voor mij’.

  Tuimel
Bondsoefening  

En, gaat Hugo verder, koken kost ook geld. Ons jaarlijks budget bedraagt zo’n 50 000 euro. Geld dat komt van subsidies, lidgelden, ereleden, sponsors, turngala… Dat geld hebben we echt nodig om onze vereniging draaiende te houden. Vooral de aankoop van turntoestellen en ander materiaal gaat met een groot deel lopen. Hugo is terecht fier dat ze over prima materiaal beschikken om al de verschillende disciplines ten volle aan hun trekken te laten komen.

Dat alles op wieltjes loopt, is voor een groot deel de verdienste van het bestuur, een ploeg van zo’n 15 enthousiastelingen met een hart voor turnen. Het is werkelijk teamwork en dat is nodig ook, vindt Hugo. Toch stipt hij aan dat het hoe langer hoe moeilijker wordt om jonge mensen te vinden die zich engageren in een bestuur. Het wordt er ook niet makkelijker op, zegt hij. Bij een optreden bijvoorbeeld bracht de gemeente vroeger alle materiaal ter plaatse. Nu moeten we dat zelf gaan halen én terugbrengen. Dat betekent dat mensen één of twee dagen congé moeten nemen en dat krijg je niet aan iedereen verkocht. En tradities zijn er ook binnen onze turnvereniging. Ieder jaar zakt Sint-Maarten steevast af naar de turnzaal en ook de klokken vergeten onze turners niet.

Hugo haalt zijn persoonlijk archief boven. Vijf uit de kluiten gewassen mappen met affiches, programma’s, foto’s, krantenknipsels, uitslagen… Een archief van meer dan zeventig jaar turnen. In al die jaren is er veel veranderd. Koninklijke Katholieke Sint-Xaverius Jongensturngilde 'Vlug en Vroom' Zele onderging een metamorfose en is XL Gym Zele geworden. Die XL staat niet voor extra large, a hoewel de vereniging doorheen de jaren gestaag gegroeid is tot meer dan 500 leden in 2015, maar X en L zijn de letters van de twee vroegere turnverenigingen: Sint-Xaverius en Sint-Lutgardis.
Hugo is - in alle bescheidenheid - fier op zijn verdiensten. Een paar keer werd hij daarvoor in de bloemetjes gezet. Van het bisdom kreeg hij het ereteken van Sint-Baafs, van de turnfederatie de Saltotrofee en in 2014 van de Zeelse sportraad de trofee ‘Staat van Verdienste’. Wat Hugo het meest pleziert is dat zijn werk verder gezet wordt door zijn twee dochters én zijn schoonzoon, Wim Van Echelpoel, die hem in 2008 opvolgde als voorzitter.
Hugo heeft dit jaar 76 kaarsjes uitgeblazen. Toch blijft hij nog actief als trainer. Iedere maandagavond geeft hij van half negen tot tien conditiegymnastiek aan een aantal heren. Eerst een beetje opwarming, wat lopen, wat rug- en buikspieroefeningen en daarna spelen ze een matchke netvoetbal om in schoonheid te eindigen met een wedstrijdje volleybal. Daarna nemen ze een douche, kaarten wat na en om elf uur gaan ze naar huis. Allez, ik toch, voegt Hugo er aan toe, den après-ski is niet meer aan mij besteed. Alleen met Nieuwjaar en juist voor de congé ga ik mee een pint drinken. Maar die maandagavonden zijn voor mij zalig, besluit hij, ik kijk er iedere week naar uit, ’t is echt een toffe bende!
  Hugo als trainer van de conditoegymnastiek
Katten    
Naast de turners heeft Hugo nog heel wat andere katten gegeseld. Als verloofd koppel engageerden ze zich in de verloofdencursus van de parochie. Een initiatief dat gestart is onder deken Rooms dat toekomstige trouwers wat meer verdieping gaf in het huwelijk en alles wat er komt bij kijken. Verder was hij een zestal jaren actief in het wijkcomité van de Tuinwijk, was hij jarenlang lid van het oudercomité van het Pius X-college en zetelde hij meer dan 20 jaar in de Zeelse sportraad.   Ook van Milac was hij bestuurslid. Een vereniging die zich ontfermde over de soldaat-miliciens in België en Duitsland. Ieder jaar organiseerde Milac-Zele een bonte avond waarop aalmoezenier Sooi Willems op een kostelijke wijze kwam vertellen over het leven bij den troep. Ook de ‘Week van de Soldaat’ was een jaarlijks evenement waarbij pakjes werden opgestuurd naar de soldaten.
Groepsfoto van 20 jaar Milac-Zele

De viering van 20 jaar Milac-Zele in 1972
Zittend: Oscar De Decker, Wilfried Thienpondt, Jan Van Driessche, burgemeester Benoit Van Acker, Milac-aalmoezenier Sooi Willems,
proost Rik Plaetinck, Jozef Arens en mevrouw Picqueur.
1ste rij: Etienne Buyssens, Etienne Spiessens, Hugo De Paepe, Antoine Van Eetvelde, Gerard D'heer, Petrus Van Kerckhove, Henri Ivens, Marcel Van Damme,
Willy De Niel, Karel De Wilde, Raymond Coppieters, Willy Malschaert, Willy De Wilde en Cecile Picqueur.
2de rij: Gilbert Colman, Willy Raemdonck, Piet Certyn, Patrik Van Lokeren, Jan Symoens, Paul De Kimpe en Jef Martens.

 
Meer dan 20 jaar hadden ze een Gezinshaard. Een groepje van een zestal gezinnen dat samen met een proost iedere maand samen kwamen bij iemand thuis. Op het programma stond dan een bezinning rond een bijbeltekst en een discussie rond een thema dat het gastgezin aanbracht.
Hugo is ook al meer dan vijftig jaar lid van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia. De eerste keer dat hij met zijn Edith op de dansvloer kwam, was op een bal van de harmonie. Maar hij moest wel eerst toelating vragen aan zijn toekomstige schoonvader voor hij haar in zijn armen mocht nemen.
Al een aantal jaren is Hugo politiek actief als bestuurslid van CD&V en tevens als voorzitter van de CD&V-senioren en ook voor de viering van de 50-, 60-, 70-, en 75-jarigen, geboortejaar 1939, was hij de man die er samen met anderen voor zorgde dat het een mooi feest werd. Last but not least is hij ook feestleider voor de gemeente Zele. Dat is een erfenis van zijn nonkel Edmond. ‘Mong Paup’ had jaren de optocht van 11 november in goede banen geleid en op een dag kwam hij bij Hugo met de boodschap dat hij er te oud voor werd en of Hugo dat van hem niet wou overnemen. Ik weet echt niet hoe lang ik dat nu al doe, zegt Hugo, maar ieder jaar op 11 november sta ik weer paraat en ik ben ieder jaar in de zevende hemel als alles goed verlopen is.

Pensioen
Volgend jaar is Hugo 20 jaar met pensioen. Naast al zijn engagementen heeft hij ook nog een ander leven: als man, vader en grootvader. Doordat hij zo vroeg met pensioen was, had hij veel tijd voor zijn kinderen, kleinkinderen en zijn schoonouders (die toch wat zorgen nodig hadden). Dat vond hij best fijn.

Veel lege tijd heeft hij niet. Hij tekent voor de boodschappen en de tuin. Iedere middag na zijn tukske speelt hij met zijn vrouw canasta en als het goed weer is, wordt het fietsen of wandelen in het veld. Verder computert hij wat en ook aan kruiswoordraadsels is hij lichtjes verslaafd. En niet te vergeten, biljarten in ’t Gildenhuis en ook een aantal trouwe vrienden spelen een grote rol in het leven van Hugo & Edith.

  Hugo aan de biljarttafel

Ik neem afscheid van Hugo, een man die meer dan zijn strepen heeft verdiend.
Bedankt voor de koffie en den babbel én de initiatie canasta.

Mark De Block
06-XI-2015

Met dank aan Etienne Quintyn voor het gebruik van de foto van ’20 jaar Milac’.


© Mark De Block
Thuiskomen